De wind schreeuwt “herfst” en doet de frisse jonge blaadjes aan de bomen rillen. Een regentapijt overspoelt de dorre akkers. De natuur hunkerde al dagen naar een sprenkeltje levenswater en heeft meteen een waterval gekregen. Met mijn overjaars fietsje trotseer ik de weergoden om hun kleinste telg van school op te pikken. Omdat goden tegenwoordig schaars zijn heeft mijn kleine Dante een duobaan toegeworpen gekregen: zonnegod en god van de donder. Het zijn dus niet alleen de vrouwen die kunnen multitasken. Ook kleine jongetjes kunnen dat. Ik vraag me af wanneer ze dat talent tijdens het opgroeien verliezen. Misschien ruilen ze het in voor de seksuele drift. Met zo een oerdrift mag je al blij zijn dat je één taak tot een goed einde kan brengen.
Dikke druppels bezetten mijn bril. Mijn zicht vertroebelt alsook mijn gedachten. Ik verlang al terug naar dat lekkere zonnetje, waarschijnlijk het resultaat van de desastreuze opwarming van de aarde, maar niettemin zalig. Een maand lang is er geen spatje regen gevallen en was het zomers warm. Na een week of zo begin je dat weertje echt als vanzelfsprekend te beschouwen. Bij elk ochtendgloren verwacht je een zonnegroet die je dag een vrolijk licht kleurtje schenkt. Nu lijkt dit een ver verleden. Verdorie, waarom is het toch zo dat we steeds alles zo vanzelfsprekend vinden? Waarom kan een koude regendouche ons maar eventjes wakker schudden? Eens de zonnestralen onze huid heeft droog geschenen, zijn we de nattigheid alweer vergeten. We zijn hardleers. We schatten het leven maar naar zijn echte waarde als we geconfronteerd worden met zware tegenvallen. Geen geluk zonder ongeluk. Je wordt niet gelukkig geboren (hoewel er wel sommigen voor het geluk geboren zijn), je leert keer op keer gelukkig te zijn. Een baby zuigt geluk uit het lichamelijke welbevinden. Als volwassene liggen de zaken iets ingewikkelder, tenzij je één van die mannen bent die zijn leven laat dicteren door de seksuele drift (zo van die 'temptation Island' –types). Een zware ziekte leert hoe belangrijk een normaal functionerend lichaam is, het verlies van een geliefde leert hoe belangrijk het is om familie en vrienden te koesteren. Iedereen wil gelukkig zijn, maar het is een eindeloos streven. Steeds moet er een onweersbui om de hoek schuilen die je terug op het juiste pad bliksemt. Zo vergeet ik regelmatig hoe miserabel mijn leven als kind en adolescent was, tot wanneer een nachtmerrie me weer naar de realiteit katapulteert. Dan geniet ik weer voor een tijdje van mijn 'kleine' vrijheden. Heerlijk eten en slapen wanneer ik het wil. Niet meer de luide vernederen moeten doorslikken (enkel nog ijsjes voor de tv). En het belangrijkste: het voornemen dat mijn kinderen nooit zo zullen worden behandeld.
Deze keer is het de zonnegod die mij op school enthousiast verwelkomt. Dante is zo blij dat zijn mama hem ’s middags op school komt halen. Een luxe die zijn broer nooit heeft gehad. Ook hij heeft de waarde van zijn mama pas werkelijk leren kennen op het moment dat hij een aantal uur per dag van mij gescheiden werd. Ik was zijn vanzelfsprekendheid. Sedert hij school loopt kan hij plotseling de passionele drang krijgen om mij een lieve knuffel en kus te geven. Hartverwarmend.
Dantes witte haartjes wapperen vanachter zijn regenkapje. We zingen ‘hoedje van papier’ om het mottig weertje tijdens het fietsen te verzachten (hoewel een hoedje van papier bij zo een weer weinig zou baten). De ijsthee van gisteren moet deze middag wijken voor de warme versie met honing. Boterhammetjes smikkelen, slaapje doen en dan broer Ward van school halen. En nu maar hopen dat straks de zon weer schijnt want dan zou ik er pas echt van genieten...
Dikke druppels bezetten mijn bril. Mijn zicht vertroebelt alsook mijn gedachten. Ik verlang al terug naar dat lekkere zonnetje, waarschijnlijk het resultaat van de desastreuze opwarming van de aarde, maar niettemin zalig. Een maand lang is er geen spatje regen gevallen en was het zomers warm. Na een week of zo begin je dat weertje echt als vanzelfsprekend te beschouwen. Bij elk ochtendgloren verwacht je een zonnegroet die je dag een vrolijk licht kleurtje schenkt. Nu lijkt dit een ver verleden. Verdorie, waarom is het toch zo dat we steeds alles zo vanzelfsprekend vinden? Waarom kan een koude regendouche ons maar eventjes wakker schudden? Eens de zonnestralen onze huid heeft droog geschenen, zijn we de nattigheid alweer vergeten. We zijn hardleers. We schatten het leven maar naar zijn echte waarde als we geconfronteerd worden met zware tegenvallen. Geen geluk zonder ongeluk. Je wordt niet gelukkig geboren (hoewel er wel sommigen voor het geluk geboren zijn), je leert keer op keer gelukkig te zijn. Een baby zuigt geluk uit het lichamelijke welbevinden. Als volwassene liggen de zaken iets ingewikkelder, tenzij je één van die mannen bent die zijn leven laat dicteren door de seksuele drift (zo van die 'temptation Island' –types). Een zware ziekte leert hoe belangrijk een normaal functionerend lichaam is, het verlies van een geliefde leert hoe belangrijk het is om familie en vrienden te koesteren. Iedereen wil gelukkig zijn, maar het is een eindeloos streven. Steeds moet er een onweersbui om de hoek schuilen die je terug op het juiste pad bliksemt. Zo vergeet ik regelmatig hoe miserabel mijn leven als kind en adolescent was, tot wanneer een nachtmerrie me weer naar de realiteit katapulteert. Dan geniet ik weer voor een tijdje van mijn 'kleine' vrijheden. Heerlijk eten en slapen wanneer ik het wil. Niet meer de luide vernederen moeten doorslikken (enkel nog ijsjes voor de tv). En het belangrijkste: het voornemen dat mijn kinderen nooit zo zullen worden behandeld.
Deze keer is het de zonnegod die mij op school enthousiast verwelkomt. Dante is zo blij dat zijn mama hem ’s middags op school komt halen. Een luxe die zijn broer nooit heeft gehad. Ook hij heeft de waarde van zijn mama pas werkelijk leren kennen op het moment dat hij een aantal uur per dag van mij gescheiden werd. Ik was zijn vanzelfsprekendheid. Sedert hij school loopt kan hij plotseling de passionele drang krijgen om mij een lieve knuffel en kus te geven. Hartverwarmend.
Dantes witte haartjes wapperen vanachter zijn regenkapje. We zingen ‘hoedje van papier’ om het mottig weertje tijdens het fietsen te verzachten (hoewel een hoedje van papier bij zo een weer weinig zou baten). De ijsthee van gisteren moet deze middag wijken voor de warme versie met honing. Boterhammetjes smikkelen, slaapje doen en dan broer Ward van school halen. En nu maar hopen dat straks de zon weer schijnt want dan zou ik er pas echt van genieten...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten