De laatste maanden negeer ik de symptomen. Symptomen van een ziekte. DE ZIEKTE. Ik wil er een diepe put voor graven. De ziekte erin gooien zonder enig teken van berouw. Er beton op storten, van die sneldrogende soort als het kan. Een dikke marmeren steen erbovenop loodsen en de volgende woorden erin graveren: 'Ik kom hier nooit meer terug'.
De was en de plas wordt gedirigeerd door loeiharde nineties dance muziek. Ik dans ongeremd terwijl ik een lading versgewassen handdoeken op het droogrek drapeer. En ik zing luidkeels mee: Take a look and see, the light still shines in me! In mijn gedachten ben ik op een fuif en geef me volledig over aan de nacht. Versier ik mijn man voor de honderdduizendste keer, met het enthousiasme van een pasgeboren nimf. Is it me that you want? Is it really me?
Als de rommel voor even uit mijn huis is verdwenen, zet ik me schrap voor een aantal oefeningen wiskunde. En terwijl de getallen door mijn brein flitsen, slik ik de woorden door die in mijn mond priemen (waar ben ik nu toch mee bezig?). Ik jubel als de uitkomst juist is. Yes! It is still out there! Maar de waarheid wil ik niet onder ogen zien.
Mijn liefde is leven, mijn leven is liefde. Ik gijzel de vlinders in mijn buik. Gedoemd om eeuwig in mij te fladderen. Ik weiger mijn passie ooit in te ruilen voor rust. When I see you, you make me lose all control, like a fire burning deep in my soul.
Ik wil experimenteren. Mezelf heruitvinden. Nieuwe dingen ontdekken. Me niet meer laten meesleuren door kleine zorgen. De routine benevelen met sterrenstof. De dag nooit meer hetzelfde laten zijn zoals de vorige.
Om drie uur slenter ik naar de school van de kindjes. Ik staar naar de hemelse taferelen in de lucht, drink de eerste herfstgeuren en luister naar de geluiden van het platteland. Zodra de kindjes door de schoolpoorten stormen staat 'Janneke sleur' klaar om mijn handen en voeten te ketenen. Maar ik duw hem ruw opzij. Sla HEM voor een keer in de boeien en hang hem vast aan de paal die walgelijk versierd is door Vlaams Belang idioten. Thuis ruil ik mijn schoenen in voor inline skates, dwing mijn lange haar in een paardenstaart en race samen met mijn neefje door de straat. De spierpijn achteraf neem ik er gerust bij. Daarna bereid ik een gezonde maaltijd voor zes personen. Als het kinderlijk geruzie me teveel wordt, organiseer ik een danswedstrijdje. It's my life, my worry!
's Avonds grinnik ik telkens een oranje lichtje op mijn computerscherm flikkert. Ik vind vriendschap in een koude virtuele wereld. Voor de allereerste keer. Never alone. Never alone. You're never alone.
Ik wil de ziekte niet in het gezicht kijken. Want dan weet ik dat het naar mij zal gluren. Me zal pakken op het meest onverwachte moment. In de reflectie van een voorbij rijdende auto. Nu nog niet. Ook morgen niet. Maar de dag komt. Steeds dichter. Bij elke ademhaling. In de tussentijd bespot ik de ziekte met mijn lichtzinnige levensliederen. Come take my hand. I'll show you, I'll guide you. I know this place. It's deep down inside you...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten