vrijdag 21 maart 2008

Caught between Jesus and kitchen appliances

Het volgende cursiefje heb ik teruggevonden dankzij mijn digitale luiheid. Leve het behoud van de verzonden berichten! Het past bij de tijd van het jaar.

De dag voor Pasen. De dag voordat de verrijzenis van Jezus uitbundig wordt gevierd met een levercrisis inducerende chocoladen oase. Het zoete goud streelt jaarlijks de culinaire zintuigen van menig kind en is een toonaangevend voorbeeld van een gecommercialiseerde Westerse zingeving. Ik vind het verontrustend om op het nieuws te horen dat zo weinig mensen de werkelijke betekenis van Pasen nog kennen. Zelfs als atheïst hoor je toch enige kennis te hebben over de tradities die onze huidige maatschappij hebben gevormd.

Heeft Jezus volgens mij bestaan? Ja. Was hij een charismatische jongeling met een verheven moraliteit? Ik denk van wel. Is hij, na een afschuwelijke marteldood waarin hij de zonden van de mensheid op zich nam, werkelijk verrezen? Daar heeft deze vrouwelijke versie van de ongelovige Thomas het moeilijk mee.

Mijn grootste zorg vandaag had niets te maken met verrijzen, maar eerder met het rijzen van ons toekomstig brood. We hebben net een huis gekocht. Oud en versleten. Een huis dat blijkbaar niemand wou en dat wij een tweede leven willen schenken. En dat zal natuurlijk bloed, zweet, tranen en vooral veel centjes kosten. De keuken gaan we het eerst onder handen nemen. Vandaag hebben we nog maar eens een nederzetting in het land der keukens bezocht. Alhoewel, nederzetting klinkt te pejoratief om het paleis te omschrijven waarin dure luxe als basisbehoefte wordt opgedrongen. Eten op zich is natuurlijk een basisbehoefte. En Jezus wist ook de waarde in te schatten van het samen nuttigen van een maaltijd, zelfs al was het zijn laatste. Maar ik durf te wedden dat zijn brood niet gebakken was in een high tech oven met 1001 voorgeprogrammeerde recepten, een reinigingssysteem met pyrolyse en een strak inoxen design.

Een aantal jaar geleden, nog vóór de definitieve intrede van de Euro, hoorde ik collega’s tijdens de lunchpauze babbelen over de aanschaf van een nieuwe keuken. Toen ze met bedragen vanaf een half tot anderhalf miljoen Belgische frank op de proppen kwamen, smaakte mijn boterhammeke met kaas al veel minder. Ik dacht toen geschokt: ‘wie geeft er nu, in godsnaam, zoveel geld uit aan nen stommen keuken?’ Zo zijn er menselijke exemplaren die zich zodanig door de materiële draaiorgel laten meeslepen dat ze, na de aankoop van hun droomkeuken op krediet, nog net geld over hebben voor boterhammen met confituur (want kaas zal dan ook al te duur zijn). De nieuwe keuken staat daar dan maar te pronken, terwijl de magen verlangend ronken. En over ronkende magen gesproken. Is het überhaupt moreel aanvaardbaar om een keuken van over het miljoen te plaatsen, terwijl een groot percentage van de wereldbevolking ondervoed is? Denken die luxebeesten daar ook aan telkens de steamer een maaltijd aankondigt? Of vormt de vitaminebeschermende stoom ook een rookgordijn rond het geweten? En de meest prangende vraag: wil IK tot die groep behoren?

Ik heb tot nu toe steeds gekookt in hoogbejaarde keukens met ovens die eerder op bordenverwarmers lijken dan op braadautomaten. Ik heb zelfs nog een tijd keukenkasten gehad zonder grepen. En het waren niet van die moderne greeploze kasten. Manlief had het idee om de afbladerende helblauwe kastdeuren te renoveren. Hij heeft zijn pc net lang genoeg verbannen om de deuren te strippen. Toen hij zag dat wat er onder het blauwe school nog erger was, is hij vlug terug naar zijn digitale toevluchtsoord gesurft. Niet bepaald functioneel, deuren openprutsen met een mes of vork.

En nu, vele maaltijden later, kuier ik ook langs de landelijke dure keukenwegen. Laat ik me meeslepen door een verkoper tot een prijzige eindbestemming of zeg ik op tijd ‘stop’?

’s Avonds vlei ik me neer op de sofa met een stapel brochures over de allernieuwste keukentoestellen. Mijn aandacht verslapt als ik de martelkreten hoor op TV. The passion of Christ, een overweldigende verfilming van de kruisiging van Jezus van Nazareth, spat van het beeldscherm. Tranen lijken uit de design kraan van mijn brochure te druppen. Een eindeloos gevoel van ontzag verovert mijn hart. Een man die, zelfs tijdens het ultieme lijden, zijn vijand liefheeft en vergeeft. Dat is voor mij het summum van het morele streven, de kern van het christelijke zijn, gestroopt van institutionele grootmachten en bloederige kruistochten. Een naakte waarheid die vrede had kunnen brengen. Helaas heeft de geschiedenis een ander verhaal geschreven.

In mijn bed sluit ik mijn bloeddoorlopen ogen en laat me meesleuren door de droomgolven waarin Jezus en dure keukentoestellen naadloos aan elkaar worden geregen. En zo buigt mijn geest voor de zoveelste keer een materiële beslissing om tot een morele…

Geen opmerkingen: