Deze morgen ga ik naar de markt. Het is geen gewone markt vandaag. Nochtans zijn alle marktingrediënten routineus aanwezig: het groenten-, kaas- en vleeskraam. Het vis-, bloemen- en snoepkraam. En ook het kip aan het spit kraam is zoals steeds van de partij. Oude dametjes en kersverse mama's kruiden zoals gewoonlijk het geheel. En de rolstoeltoeristen vormen ook deze morgen de kers op de markttaart. Wat is er dan anders? Ik!
Mijn lichtgewicht handtas brengt me uit balans. In mijn portefeuille prijkt een bescheiden 25 Euro. En daarmee moet ik het doen vandaag. Geen bankkaart die toegang geeft tot een aanzienlijke geldreserve. Mijn voorlopig identiteitsbewijs ligt nog thuis op tafel. Een politiecombi passeert tergend langzaam en ik krijg een rilling over mijn rug. Stel dat ze mijn papieren vragen. Met mijn 'Westerse' look is de kans natuurlijk wel klein. Ik voel me naakt, blootgesteld aan een mogelijk geldtekort en publieke vernedering. Vandaag koop ik enkel de basisingrediënten. Ik kan me geen extraatjes permitteren. Geen steak, geen taart en geen bloemetje voor op tafel. Ik koop een fruitcolli, een bloemkool, kaas en een kip. 15 Euro kwijt. Ik slenter met mijn fiets in de hand over het marktplein. De dief is ook met de sleutels van mijn fietsslot gaan lopen en daarom durf ik mijn fiets niet onbewaakt achterlaten. De kans dat deze oude roestbak gestolen zou worden is bijna onbestaand, maar toch wil ik geen enkel risico lopen. Dit scharminkeltje op leeftijd heeft al jaren trouw dienst bewezen. Ik zou nog naar de apotheek moeten, maar met 10 Euro kun je daar met moeite een tube tandpasta en een potteke poepzalf kopen. Het leven is duur, zo duur. Het is maar als je weinig geld hebt, dat je pas echt beseft hoe duur. En er zijn zo veel mensen die moeten ploeteren om rond te komen. En we wonen dan nog in een rijk land.
Ik heb altijd bescheiden geleefd, maar echte armoede heb ik nooit gekend. In mijn studententijd moest ik op het einde van de week wel al mijn klein geld bij elkaar scharrelen om een treinticket naar huis te kunnen kopen. Maar ja, er zijn weinig studenten die dat niet moeten doen. Het studentenleven is kostelijk, zeker tussen 22 en 04 uur in de nacht.
Het moet vreselijk zijn als je op het einde van de maand steeds opnieuw alle registers (of in dit geval voorraadkasten) moet opentrekken om een maaltijd op tafel te krijgen. En opgroeiende kinderen hebben veel energie nodig. Ik zou me vooral zorgen maken om het feit dat mijn kinderen onvoldoende essentiële voedingsstoffen zouden binnen krijgen. Gezond eten is meestal ook geen goedkoop eten. Ik zou mijn toevlucht nemen tot allerlei erwten, bonen en linzen als vleesvervangers. Gezond en goedkoop.
Ik fiets naar huis en voel me dankbaar. Meer dan op andere dagen. Ik heb een lieve man, prachtige kinderen en voldoende middelen om ze te voeden en te verzorgen. En zo heeft de dief genomen, maar uiteindelijk ook iets gebracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten