Korstjes Nazareth kaas in een sinaasappeldipsausje, dit staat op Dantes menu als digestief gepresenteerd (Gordon Ramsay en Jamie Oliver kijk maar uit, er is een zware concurrent geboren). Zijn beentjes bengelen vrolijk over het parkbankje, tijdelijk omgetoverd tot een driesterrenrestaurant. Met een chirurgische finesse verwijdert hij het plastieken omhulsel dat bij een eerdere fijnproeverstest als oneetbaar werd gecatalogiseerd. Hij is de chef-kok en de hele wereld is zijn keuken. Dat hij ons als zijn keukenpersoneel beschouwt is dan ook niet zo verwonderlijk. Al blijven we in de schijn leven dat we alle touwtjes in handen hebben, ‘in the end’ blijft hij de enige echte ‘puppetmaster’. Af en toe verlaat hij het meesterlijke plateau en begeeft zich in de dimensie van het plebs. Groenten snijden, de keukenrobot bedienen, frituurvet verversen. Soms weigert hij gewoon die vervelende taken te delegeren. En dat is dan weer bevordelijk voor de productie van stresshormonen. En ik heb potvolkoffie al genoeg van die dingen! Om dan maar te zwijgen over de andere hormonen die op voorspelbare tijden onvoorspelbaar door mijn lijf gieren.
De broodrestjes worden liefdevol aan de eendjes gedoneerd. 'Eendjes eten geven', Dante demonstreert fier één van zijn drie woorden zinnetjes. Een zestal maand geleden was zijn linguïstisch vermogen nog beperkt tot 'kwak kwak'. Tijd om het eten op een natuurlijke wijze te laten zakken is er volgens hem niet. Hij raast langs de paadjes met een energiewaarde van vijf hamburgermenu’s. De vrouwen die calorieën tellen zullen beamen dat dat er ‘gigantisch’ veel zijn. Als onfitte dertiger, die ook regelmatig een hamburgertent leegvreet, is het soms moeilijk om zijn ritme te volgen. Dantes ingebouwd GPS-systeem (wat bij hem staat voor Ghent Playground System) leidt feilloos naar de speeltuin van het Citadelpark. Bij wijze van traditie werkt hij nu ook weer de hele lijst met ‘do not’s’ af. Als een vastzittende klaviertoets blijf ik nee zeggen. Kon ik maar de ijzige kalmte van een computerstem aanhouden. Maar nee, hoe meer ik mezelf moet herhalen, hoe luider het volume wordt en hoe rijker het emotiepalet. Als een doortrapte radar pikt hij mijn timbre op en werpt de woorden met een wijzend vingertje terug in mijn gezicht. Ik zie het beeld dat hij me intelligent voorspiegelt, slik mijn lach door en leid hem gedetermineerd naar de dichtsbijzijnde boom, die nu dienst zal doen als time-out hoekje.
Zoals iedere peuter van twee tast hij zijn grenzen af. Zijn grenzen zijn niet deze van België. Ik zou zelfs stoutmoedig durven zeggen dat hij zich kapitein Kirk waant die de uithoeken van het universum exploreert. To boldly go where no Dante has gone before. En net als die moedige ruimtevaarder komt hij regelmatig oog in oog te staan met gevaarlijke entiteiten: een supergevoelig glaswezen, een glibberig trapbeest of het intergalactische groene afwasmonster. Als ongeruste ouder probeer je alle potentiële boosdoeners te elimineren. Maar helaas, zelfs met een glazen bol kan je niet alle schade voorkomen. Onhandige voetjes die elk een andere kant uitwillen en een onschuldige stoel die stilletjes op een bezoeker wacht, kunnen onvoorbedacht een noodlottig pact met elkaar sluiten. Resultaat: een bloedend tapijt, een ter dood veroordeelde tand en de levensverwachting van een mama die met acht maand is gedaald.
Dante baant zich al snikkend een weg door de zandwoestijn. De zoveelste oorlogswonde wordt verzorgd met een pleister van kusjes. Die stoute schommel toch, zo mijn zoon durven aanvallen. Met een koekje als afleidingsmanoevre loods ik hem in de buggy. De stad roept mijn naam. Eventjes voel ik me weer de tiener die in Gent voor het eerst de zoete smaak van vrijheid proefde, de twintiger die uit de ware liefdesbeker dronk. Ik heb hier mijn ketens afgeworpen, mezelf gevonden en mezelf gegeven. De zonnestralen strelen mijn gedachten terwijl ik blindeloos via de Sint-Kwintensberg naar het stadcentrum glijd. Wat heeft de stad voor Dante in petto? Zal hij hier studeren, werken en verliefd worden? Ik weet het niet, die verdomde glazen bol heeft een stevige burn-out. Ik hou mijn hart al vast als we binnen enkele jaren de vraag stellen: wat wil je worden? Wedden dat hij prompt antwoordt: chef-kok op een ruimteschip.