Bericht aan alle hoogzwangere vrouwen. Let op wat je de laatste dagen voor je bevalling eet. Je weet nooit wanneer het je laatste maaltijd is. Vermijd pikant of zoutrijk eten! Ik spreek uit dorstige ervaring. Op 24 mei 2002 aten we een lekker vettige afhaalpizza...
25 mei 2008. 'Is het een vliegtuig, is het een vogel?' 'Nee dat is het niet! Het is Ward die ons om zeven uur 's morgens wekt met een vals gezongen lied!' Ik weet zeker dat ieder stel kersverse ouders wordt vervloekt. 'En vanaf nu zal je nooit meer uitslapen! Niet op zondag, niet in de vakantie. En waag het niet de tijd de bedriegen door de kinderen laat in bed te steken. De volgende morgen krijg je toch hetzelfde menu gepresenteerd. En als straf krijg je overdag een extra portie gezeur op je bord.'
Stiekem verlang ik naar het moment dat ik mij kan wreken. Payback will be a mother! Als de pubers diep in de nacht dronken naar hun bed zijn gestrompeld, dan zal ik de volgende ochtend ook eens lekker vals zingen. Maar natuurlijk, eens deze kans zich aanbiedt, dan zal een vroege morgen het minste van mijn zorgen zijn. Meid, zover zijn we nog lang niet. Nu gaan de ruzies nog over afgepakt speelgoed en niet over gestolen liefdes.
24 mei 2002, 23 uur. De pizza heeft verdomd gesmaakt. Mijn buik zit helemaal vol. Dat kan ook moeilijk anders als je negen maand en vier dagen zwanger bent. Ik heb dorst maar drink toch niets (domme ik!). De laatste weken heb ik mezelf de regel opgelegd: na zes uur 's avonds niet meer drinken. En nog moet ik opstaan, toch zo een twee a drie keer per nacht. Waar blijft die pis vandaan komen? Het is me een mysterie. En de wc is maar liefst drie verdiepingen lager. Ik moet wel bekennen dat ik een emmer aan de slaapkamer gezet heb. Maar aangenaam is het niet. Het zit oncomfortabel en met die meloen van een buik geraak ik er nog met moeite af. Ik beklim de trappenberg als een oud vrouwtje. Het bed op de zolderkamer nodigt me uit om te slapen. En God, ik wil slapen. Zo ne keer een uur of vier aan een stuk asjeblieft. Ik heb in weken niet geslapen. Niet op mijn rug, zeker niet op mijn buik (daarvoor zit er een kind in de weg) en op mijn zij lukt ook al bijna niet meer. 23u50, ik sukkel eindelijk in slaap.
25 mei 2002, 0u05. Een dikke kramp reist van mijn buik naar mijn rug en elektrocuteert mijn hersenen. Eén armzalig kwartiertje geslapen, dat is amper een vierde van een uur. Ok, ik ben wakker, maar het zint me niet. Ik ben vijf dagen over tijd en toch valt mijnen Euro niet onmiddellijk. Was dat een wee of heeft de pizza migratieproblemen? Zeven minuten later wordt mijn vermoeden bevestigd. Het is zover, denk ik. Toch nog maar eventjes afwachten vooraleer ik naar het ziekenhuis storm (of in mijn toestand: pikkel). Een warm badje nemen en dan neerploffen voor de tv voor wat afleiding. Maar helaas, we leven nog in het pre-belspelletjestijdperk. Ik kan mijn pijn niet projecteren op zo een tuttebel die meer onzin verkoopt dan dat ze prijzen weggeeft. 'Komaan, idiootjes, wie geeft er mij het antwoord? We zoeken een dier. Komaan, het is echt niet moeilijk. Wie gaat er met de hoofdprijs lopen? 2.000 Euro, denk wat je daar allemaal me kan doen. Ik kan er alvast één borst mee vergroten.' Ze zou er beter haar mond mee laten dichtnaaien. Bij elke wee zou ik de dame uitschelden: jij telefoonhoer met een platte buik, jokkebrok zonder striemen, gecamoufleerde boerentrien zonder gezwollen benen, jij - auw- zwangerloze bedriegster. En ik weet zeker dat de pijn dragelijker zou zijn. Misschien zou ik wel in een vlaag van zwangerschapswaanzin de telefoon ter hand nemen en trachten binnen te raken. Zo zouden we alweer een tiental weeën verder zijn. En wie weet, misschien zou de combinatie van mama- en babybrein wel tot het woord 'melet' komen. Wie kent dat diertje nu niet? Iedereen heeft in zijn vrije tijd toch biologie gestudeerd? Een melet is een ansjovisachtige vis. Hij lag daarnet nog op mijn pizza, zwemt nu olijk in mijn maag, en rispt lekker op. Verdorie, 2.000 Euro is meer dan welkom, maar in 2002 moet ik me tevreden stellen met virtueel bijgewerkte meisjes die met hun kont staan te shaken. Ik zap tussen MTV en TMF (nog geen digitale tv met een tiental muziekzenders). Ik heb het gevoel dat de baby mij intern bewerkt met een mes. Hak, steek, kerf! Dubbelhak en een extra dikke snee. 'Mama ik kom eraan, en je mag me Chuckie noemen'.
Ondertussen, precies zes jaar later. Ward's liedjesrepertoire is beperkt en voorspelbaar. Na megamindy komt K3 (in gezelschap van leeftijdsgenoten ontkent hij er fan van te zijn, want dat is niet meer cool op zijnen leeftijd) en daarna enkele Nederlandstalige klassiekers die Ketnet nieuw leven heeft ingeblazen. 'Kom van dat dak af, ik waarschuw je niet meer. Nee nee nee nee, kom van dat dak af'. 'Ward dat is de laatste keer', keel ik terug. Stilte. Drie seconden, vier seconden. Vijf seconden later neemt Dante de denkbeeldige microfoon in de hand en zingt met een piepstemmetje 'ik hou van je, ik hou van je.' En nog luider en hoger 'ik HOU van je'. 'Geef me een kus'. 'Ja, voor de EERSTE bus', neurie ik deels geërgerd, deels geamuseerd. Neefje Quinten is dan weer gebeten door 'meisjes' van meneer Ramon van het Groenewoud. Net acht en de meisjes maken hem al kapot. Waar gaan we toch naartoe? 'Meisjes, ze komen zelden klaar meneer', zingt hij dan, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Je hebt gelijk jongen. Zeker als manlief nooit samen met jou gaat slapen en als 's morgensvroeg de kinderen een karaokeshow opvoeren...