dinsdag 3 juni 2008

The big 6 - part two

'Ijsgekoelde coca cola, coca cola ijsgekoeld.' Ik ben uitgeput en prevel mijn pasgeboren mantra (dat is hier dan ook het enige dat geboren wil worden). 'Ijsgekoelde coca cola, coca cola IJSGEKOELD.' In het begin moet mijn man lachen maar ik durf te wedden dat hij na honderd keer innerlijk huilt van ellende. Op dit moment kan het mijn geen bal schelen of het nu Pepsi, River of the real stuff is. Met of zonder suiker, het maakt niet uit. Maar nee ik krijg hier niets, nada, nothing. Nee ik lieg. Ik mag een ijsblokje over mijn droge lippen strelen, maar dat maakt mijn dorst alleen maar erger. Over een tantaluskwelling gesproken. Ik denk dat de goden een moderne versie van een eeuwenoude mythe willen schrijven. Neem hiervoor een vrouw in arbeid, een onverteerde pikante pizza en een baby die het in de buik toch zo gezellig vindt. Ik heb de goden dan ook uitgedaagd. Ik heb het geschenk 'pijn' na enkele uren wijselijk teruggeven. En dat door het heidens middel epidurale verdoving. En hiervoor word ik natuurlijk gestraft. En gij zult nu de dorst voelen van een sterveling verdwaald in de woestijn. De brandende zon roostert mijn vege barenslijf als een snack voor de duivel. En de epidurale verdeelt mijn lichaam dan nog eens in twee helften. De linkerhelft voelt pijn, de rechter niet. Bedankt voor je kosmisch gevoel voor humor! Ik probeer mijn rechterhersenhelft uit te schakelen, maar tevergeefs. Het onbewuste wint altijd.

Tergend langzaam sluipen twaalf lange uren voorbij. Twaalf uur voor 5 centimeter. En wat kan je niet allemaal niet doen op twaalf uur: 3 keer (met tegenzin) je huis kuisen, een achttal films bekijken, 18 keer je lievelingscd beluisteren, 5 driegangenmenu's bereiden en 48 keer seksen. En te weten dat net door de seks alle ellende begonnen is.

Eigenlijk hebben we de zware bevallingen zelf gezocht. We willen beter zijn dan de andere wezens in het dierenrijk. We willen op twee benen lopen zodat we de anderen vanuit de hoogte bekijken. Het bekken heeft zich daarvoor serieus moeten aanpassen. Maar we willen ook steeds slimmer worden, zodat we de anderen kunnen blijven domineren. De hersenen bleven maar groeien en alsook de schedel. En daardoor lieve vrouwen, zijn wij nu de dupe. Ik kan me voorstellen dat vele mannen de barenweeën minimaliseren. Kijk maar naar een koe bijvoorbeeld. Ze bevalt terwijl ze rustig gras blijft eten. Waar klagen die vrouwen toch over? Nonsens. Die kunnen niet eens tegen een beetje pijn.

Het zou toch zo leuk zijn, om voor even, heel even, je pijn op zo een mannelijk exemplaar te kunnen projecteren. Ik verzeker je dat de kick de volgende reeks weeën zal verzachten. En ja, diezelfde stoere mannen, hebben dubbel zoveel kans dat ze flauwvallen bij de aanblik van enkele druppels bloed. En een bevalling is een vieze bedoening. Ongelooflijk wat er daar allemaal beneden uitkomt. Je ziet er gelukkig zelf weinig van. Je 'voelt' het alleen maar stromen. En dat maakt het uiteindelijk nog akeliger. Je kan alleen maar gissen wat het is en hopen dat het geen stoelgang is. Uit zelfbehoud blijf ik liever in het ongewisse. Bij mij moest de gyne ook niet afkomen met een spiegel. 'Kijk eens, het hoofdje'. 'Nee ik wil niet zien hoe uitgerekt mijn 'see you tea' wel is, hoe je me met je mes hebt gemutileerd en hoe misvormd een hoofd wel kan zijn.' Ze vragen ook steeds aan de man om af en toe te piepen. Geen wonder dat ze flauwvallen. Angstaanval: 'Ga ik ooit nog seks kunnen hebben zonder hieraan te denken'. 'Mijn penis is nu zeker te smal.' 'Zal mijn vrouw nog een orgasme kunnen krijgen?' 'Ga IK ooit nog tot een hoogtepunt kunnen komen?' De seksdrive van een man daalt bij iedere kreun af naar het absolute laagtepunt. Slapper kan zijn voortplantingsorgaan niet zijn. Slap en hulpeloos, zichzelf verwijtend ooit zonder voorbehoedsmiddel klaar gekomen te zijn. In een andere context zou het gekreun best wel opwindend zijn. Zeker bij de auditief ingestelde mannen. Maar nu eventjes niet meneer.

De laatste vijf centimeter vergen 'slechts' vijf uur. En het laatste half uur is dan volledig gereserveerd voor het persen. Ik schreeuw het uit. Ik zou nu best wel op vier poten willen lopen. En ik ben ook bereid om wat intelligentie in te ruilen voor een vlottere doorgang. God maak me dom! God ver domme! Op het moment dat ik er helemaal de brui aan wil geven, mag ik stoppen met persen. Een glibberig hoopje leven wordt op mijn buik gelegd. Het is voorbij. Eindelijk.

Precies zes jaar later ligt Ward uitgeput in de zetel te bekomen van zijn vrolijk verjaardagfeestje. Zes uitbundige zesjarigen hebben gedurende zes halve uren het huis op stelten gezet. Ward is sedert de geboorte zo een dikke 60 cm gegroeid. 'Goddank jongen, dat ik je er nu niet meer moet uitpersen', zucht ik terwijl ik gretig van mijn ijsgekoelde coca cola slurp.