De realiteit heeft hem geleerd geen hoge verwachtingen te hebben. Sprookjes zijn voor hem illusies om de massa te bedwelmen in een voortplantingsroes. Ware liefde is een onbereikbaar ideaal. Een evolutionaire leugen.
Maar het is te laat. Zijn koers is al bepaald. Hij heeft zijn gematigde toewijding al jaren geleden wettelijk bezegeld. En hij komt nooit terug op beslissingen.
Hij droomt nooit. De nacht is een zwart gat. Hij heeft enkel onvoldragen fantasieën. Ze sterven vooraleer ze ook maar de kans krijgen om geboren te worden. Foetussen. Wriemelende gedrochten in zijn hart.
Waarom streven naar iets dat niet echt is? Iets dat je niet kan aanraken? Hij heeft het nooit gedaan. Tot die ene dag. Die ene zalige rotte dag. De dag waarin alles fout liep. De dag waarin de sleur al tot in zijn neusgaten zat. De dag waarin hij alle energie nodig had om gewoonweg te kunnen ademen.
Juist op die klotedag vond hij het boek. Het boek waar hij al weken op zoek naar was. Als een niet alledaags voorteken. Hij kon niet wachten om het open te slaan en zijn getemperde verwachtingen op de proef te stellen.
De wereld verdween, voor de eerste keer in zijn modaal leventje. Als een glimp van wat komen ging.
Een zachte, zoete geur lokte hem uit het boek, naar een onbestaande werkelijkheid.
Zij. Zij! Meer woorden zijn niet nodig. Want ze zijn ontoereikend. Woorden. Een ballast. Hij wist niet dat het verhevene zo simpel kon zijn.
Zij. Zij! Meer woorden zijn niet nodig. Want ze zijn ontoereikend. Woorden. Een ballast. Hij wist niet dat het verhevene zo simpel kon zijn.
Maar het is te laat. Zijn koers is al bepaald. Hij heeft zijn gematigde toewijding al jaren geleden wettelijk bezegeld. En hij komt nooit terug op beslissingen.
Dus legt hij elke dag hetzelfde verdomde traject af. Ondraaglijk voorspelbaar.
Hij droomt nooit. De nacht is een zwart gat. Hij heeft enkel onvoldragen fantasieën. Ze sterven vooraleer ze ook maar de kans krijgen om geboren te worden. Foetussen. Wriemelende gedrochten in zijn hart.
Maar die enkele seconden. Die onverklaarbare luttele momenten. Hij mixt ze door het beton van zijn bestaan. Het vormt het fundament van een verlangen. Zijn verlangen. Hoe idioot het voor hem ook klinkt. Zijn verlangen.
Wanneer de maan de duisternis inluidt metselt hij een muur in zijn bed. Rode stenen pulseren in zijn innerlijke naaktheid. Met een onverschrokken charme klautert hij op de muur en ziet haar. Voelt haar. Kort maar eeuwig.