donderdag 13 maart 2008

Scherven van mezelf

Vandaag start ik de zoektocht naar mijn geschreven verleden, in de hoop oude teksten van onder het binaire stof te halen. Ieder woord van een oude harde schijf wordt met een archeologische gedrevenheid gezeefd. Op zoek naar het stukje van mezelf dat niet gestolen is. Weinig sporen van Benik, de wannabe schrijver. Slechts enkele gedichten die ik op gepaste tijden met je delen zal. Ik word wel overdonderend geconfronteerd met Benik, de student. Tientallen opdrachten, boekbesprekingen, flarden van een thesis. Ik scrol door ieder document met een toenemende verwondering. Heb ik dat allemaal uit mijn grijze massa geperst? Ik lees betogen die door een vreemde lijkt te zijn neergepoot. Ben ik, of beter gezegd, was ik dat? Ik ben alvast dankbaar dat de dief deze harde schijf niet heeft geroofd. Anders was ik een deel van mezelf verloren waarvan ik vergeten was dat het bestond.

Maar nu beste professoren, rijpt er een verontrustende thesis in mijn hoofd. Ziehier de empirische bewijsstukken die onvermijdelijk tot volgend verdict leiden: een vrouw wordt bij iedere zwangerschap 10 IQ-punten dommer. Na twee zwangerschappen is dat, hm, 2 maal 10 is 20. Straks word ik nog zo achterlijk dat ik ga denken dat ik slim ben. Slik, begrijp ik nu waarom bedrijfsleiders niet geneigd zijn om jonge (lees: vruchtbare) vrouwen een hoge functie aan te bieden? Nee, nog niet. Mocht ik nu een viertal zwangerschappen verder zijn, dan misschien. Maar mijn spiraal zorgt ervoor dat dit nooit gebeuren zal. Dus feministen, doe maar verder met het uitwerken van een businessplan terwijl je de was doet, speelgoed opruimt en eten klaarmaakt. Mijn paard staat nog steeds bij jullie geparkeerd, al denken sommigen dat ik naar het andere kamp galoppeer.

Ik heb steeds geloofd dat ik de som ben van mijn verleden. De student, het intellectueel streverke zit nog steeds ergens in mij verborgen. Andere prioriteiten in het leven hebben dit deel van mij verdrongen. Weet je, soms lijkt het alsof mijn rol in het leven is neergepoot in een klassiek ‘huisje, tuintje, boompje’-scenario. Je kent dat wel: liefhebbende vrouw, zorgzame moeder, deugdzame burger en nog meer van die voorgekauwde verwachtingen. Het is niet dat dit personage me niet ligt, integendeel. Ik beoefen deze rol met een te benijden integriteit. Mijn morele principes zijn als een kuisheidsgordel rond mijn geweten gesponnen. Maar wie ben ik dan als manlief ’s nachts weer eens overuren klopt, de kinderen vreedzaam in dromenland spelen en big brother niet meer over mijn schouders meekijkt? Wat blijft er van mij over als ik weggerukt word uit mijn voorspelbare omgeving, gestroopt van iedere routinematige verplichting, waar excuses lege dozen zijn en letters mijn naam roepen? Word ik dan degene die ik zou willen zijn of blijft het een illusie? En wat wil ik eigenlijk zijn? Eén antwoord kan ik alvast met je delen: ik wil anderen inspireren. En misschien ook wel aan het lachen brengen, laten nadenken of ontroeren. En mijn droom is dat te doen via het geschreven woord. Het onzekere kind in mij vraagt zich af of ik wel goed genoeg ben. Soms heb ik zin, zeker als PMS in hormonenland is, om mijn laptop en printer voorgoed over de ongelezen haag te gooien. Maakt een boom geluid als het in een totaal verlaten bos omvalt? Hebben mijn woorden zin als ze ongelezen blijven?

Ben ik goed genoeg om ook maar één iemand te bereiken (buiten mijn trouwe intieme kring welteverstaan)? Hoe sterk moet je eigenlijk zijn in zelfanalyse om tot een betrouwbaar zelfbeeld te komen? Er zijn genoeg tools op de markt om je spiegel naar binnen richten. Tegenwoordig wordt in elk bedrijf er op los geswot (SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities and threats). Je kent dat wel: een hoop gezever, veel werk en met de resultaten wordt er uiteindelijk niets aangevangen. Nog een prangende vraag is: met wie vergelijk je je? De gemiddelde mens wordt enkel statistisch belichaamd. En ik vind het gewoonweg akelig om een gemiddelde mens te zijn. Stel je voor: “Hallo, ik ben Benik, de gemiddelde mens. Het is me een gecentreerd genoegen om je te ontmoeten.” Iedereen wil beter zijn dan het gemiddelde. De competitiecultuur dicteert ons dat. Geen wonder dat er massaal antidepressiva wordt geslikt. En dan maar verkondigen dat iedereen uniek is. Ja, uniek, alleen maar als net ietsje beter bent dan een ander. Een zware last, zeker als ze moet gedragen worden op de schouders van kleine kinderen. En toch blijven scholen bijvoorbeeld de gemiddelde cijfers op het rapport publiceren. Terwijl ik mezelf aan elkaar tracht te lijmen dwalen mijn gedachten, als een genetische reflex,af naar mijn kinderen. Ik geef mezelf een preek. Laat je kinderen zichzelf vinden, ook al ben je zelf verdwaald. Geef hen licht op donkere paden, maar laat hen zelf de eindbestemming bepalen. En hou van hen, want ze zijn groots, ook al worden ze door anderen behandeld als middelmatig!

Geen opmerkingen: